de rol van zonde in coaching

8 Maart 2012 - Lydia Kansen over de rol van zonde in coaching

Lydia Kansen is afgestudeerd bij Anne Pals aan de CHE op het onderwerp ‘zonde in coaching’. Een onderwerp waar weinig over te vinden is en dat wellicht zelfs in het ‘verdomhoekje’ terecht is gekomen. Haar afstudeerscriptie ‘In vrijheid verder’ is meer een verkennend onderzoek geworden dan een volledig uitgekristalliseerde visie op het onderwerp.

Korte inleiding: Zonde in coaching

Eigen ervaringen.

Ze illustreert haar verhaal met haar eigen ervaringen. Om te beginnen met het verlangen dat zij als kind later dominee wilde worden. In haar kerkgenootschap was dat echter als vrouw niet mogelijk. Uiteindelijk heeft ze toch de predikantenopleiding gedaan en zich aangesloten bij een ander kerkelijk genootschap om haar vak uit te kunnen oefenen. Na 10 jaar maakte ze een, achteraf gezien, rationele keus om haar ambt neer te leggen. Pas later ontdekte ze dat ze God had teleurgesteld met deze keuze. Hij had haar onderweg geleid en bevestigd. Ze kwam tot de conclusie dat haar stap zondig was. Ze beleed dit, bracht het bij het Kruis en ervoer een nieuw begin. Toen ze dit inzicht vervolgens deelde met een groep christelijke coaches probeerden zij dit uit haar hoofd te praten; ze moest het niet zo zwaar opnemen en ze probeerden haar als mens positief te bevestigen (om van het schuldgevoel af te komen?).
Later in haar rol als supervisor kwam ze dit onderwerp opnieuw tegen. Ze ontdekte dat de vrouw, die ze begeleidde, met ontzettend veel haat worstelde. Ze wist niet wat te doen als supervisor en stapte daarom in haar rol als pastor om met haar het gesprek hierover aan te gaan. Toen ze de zonde als zonde benoemde en samen met haar naar het Kruis ging, bracht dit bij haar zoveel bevrijding! Die vrouw is tot op de dag van vandaag dankbaar dat de ‘behandeling’ van zonde een plek heeft gehad.

Vragen rondom zonde en coaching.

Dat bracht haar op het idee: wat is de plek van zonde in coaching? In hoeverre kijken coaches op een manier, zodat ze zonde herkennen en mensen daarin adequaat helpen? En dit leidde in haar scriptie ook weer tot andere vragen als: wat is zonde? Wat is de rol van een coach? Wat is het doel van coaching? Wat is de rol van je geloof in coaching? Wat kun je wel/niet delen met een coachee die God niet kent? Wat is je mensvisie?
Lydia ziet zonde als onderdeel van het leven, dat heel reëel aanwezig is en belemmerend kan zijn waardoor mensen niet meer kunnen groeien. Dat we onze eigen oplossingen hebben om met dit nare gevoel om te gaan. Door het te dempen, er voor te vluchten, noem maar op. Met als gevolg dat mensen zichzelf vervolgens afsnijden van hun creativiteit, vrijmoedigheid, energie en/of kwaliteiten.
Zonde is, om een paar definities te noemen:

  • Wanneer je je doel mist
  • Elk feit waarvan schuld het gevolg is
  • Dat wat scheiding brengt
  • Daden en gedachten die ingaan tegen de bedoeling van de mens

Wat betreft zonde kun je zowel dader als slachtoffer zijn. Zonde is ook complex en dat zie je vooral als je met mensen in gesprek gaat over hun worstelingen.

Waar sta jij als coach?

Opvallende verandering in deze tijd is het feit dat de kerken leeglopen en mensen tegenwoordig voor hun levensvragen niet (automatisch) meer bij een dominee aankloppen. Mensen gaan steeds meer naar een coach. Dit roept de vraag op in hoeverre wij als christelijke coaches een opdracht dan wel kans hebben het Evangelie (zonde, het Kruis, vergeving & verzoening) ter sprake te brengen.
Om haar luisteraars aan het denken te zetten over hun eigen visie en standpunt wat betreft zonde in coaching, nodigde ze hen uit in de ruimte te gaan staan en hun positie op een denkbeeldige lijn, van 0 tot 10, in te nemen. Aan de hand van twee vragen werd hierover nagedacht en doorgepraat:

  1. Hoe kijk je naar je coachee? Als een zondaar of speelt het helemaal geen rol dat er sprake zou zijn van zonde?
  2. Hoe kijk je naar jezelf: als een zondaar of toch anders? Hoe bewust ben je (in je werk) bezig met je eigen zonde?

De toelichting waarom mensen stonden waar ze stonden, leidde voor de luisteraars tot mooie inzichten; het verhelderde waar je zelf staat, hoe je zelf kijkt. Ben je bewust bezig met het feit dat je coachee zondigt? Of juist helemaal niet. En hoe zit het met jezelf? Leef je zelf vanuit genade en speelt zonde helemaal geen rol meer, omdat het allemaal al is betaald, of leef je voortdurend vanuit het besef van je zondigheid en daarbij de genade die je hebt mogen ontvangen?
Lydia erkende dat het geloof, als christen en coach, innerlijk spanning kan veroorzaken. Hoe is het aanwezig; impliciet of expliciet? Kan, mag het ook expliciet? Coaching is tegelijk geen pastoraat en ook geen geestelijke begeleiding, dus welke plek krijgt het?
Doel van coaching is vaak een combinatie van je bestemming vinden, opbloeien, in je kracht komen. Het is nauw verbonden met zingeving. Er wordt vaak gekeken naar belemmeringen. Juist in het onderzoeken van het onderliggende patroon in je leven, dit willen doorbreken en veranderen, is het wellicht schokkend te ontdekken dat daarin (ook) zonde een rol speelt.
Hoe kun je zonde een plek geven in coaching? Lydia gunt coachees de ruimte om te geloven én op hun eigen manier te leven. Tegelijk gunt ze hen ook de rust, liefde en genade van God.

Je mensvisie is een belangrijke sleutel.

De ruimte voor de ander heeft veel te maken met je mensvisie. Of je de verschillende vormen waarin mensen spiritualiteit beleven kunt respecteren, waarderen.
Lydia heeft globaal 3 visies gedefinieerd als het gaat over de visie op de mens:

  1. De humanistische visie: het leven en de wereld uitsluitend vanuit menselijke vermogens begrijpen. Kernbegrippen zijn zelfontplooiing en zelfontwikkeling. Er is enorm veel respect voor de mens en de mens wordt met waardigheid behandeld. Humanisten  komen geen mensen tegen die worstelen met zonde. Ze zien zonde en schuldgevoel (eventueel) alleen als interpersoonlijk probleem. De oplossing is een oplossing zonder Jezus: leer er mee leven, laat het los, laat je zelf los.
    NB: Een psycholoog die Lydia kent en recentelijk tot geloof kwam, was erg blij te ontdekken dat ze nu een plek kent waar je de zonde achter je kunt laten!
  2. De spirituele visie: het geloof in ‘iets’ dat wordt gevoed door vele bronnen zoals boeddhisme, taoïsme, hindoeïsme, etc. Dit is een visie die in onze samenleving door veel mensen wordt aangehangen. Kernbegrippen zijn de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Van alle bronnen die worden geraadpleegd, bepaalt het ‘goede gevoel’ of het klopt. De mens zelf is zowel bron als norm. Het geloof in het ‘iets’ is de bevestiging van wat in de mens is. De mens zelf wordt groot, omdat er geen externe autoriteit is; ik bepaal. Tegelijk ben je als mens klein, omdat je onderdeel bent van het universum en gevangen bent in een soort karma-achtig geloof. Zonde is in deze stroming een psychologisch probleem en het gevolg van onwetendheid. De oplossing is zonder Jezus: door te werken en je bewustzijn te vergroten - verlichting.
  3. De christelijke visie: kent twee kanten:
    1. a.    De mens als schepsel naar het beeld van God; bijna goddelijk
    2. b.    De mens als zondaar, die verleid is tot ongehoorzaamheid.
      Gevaar van deze visie is het risico om 1 kant teveel te benadrukken door overwaardering (hoogmoed, dat je te goed moet zijn) en onderwaardering (dat we onszelf in de modder trappen en zeggen dat we niets kunnen). Als je echter naar Jezus kijkt, zie je hoe het is om mens te zijn. Hij heeft het voor ons gedaan en brengt ons naar het hart van de Vader en het Vaderhuis. Zoals Augustinus het zo mooi zegt: gij hebt ons gemaakt tot U toe.

Kernbegrip is onze bestemming die is in onze relatie met God; door onze wedergeboorte en het ontvangen van de Heilige Geest. Zonde en schuld is geen psychologisch probleem, maar een relationeel probleem. Als het onderkend mag worden, geen taboe is, kunnen we het naar het Kruis brengen. De oplossing is dat we God, Jezus, nodig hebben.

Illustratie aan de hand van de worsteling met prostitutie; als prostituee of klant.

Ter illustratie laat Lydia een televisiefragment (11 minuten) zien uit ‘Altijd wat’. Het gaat over dominee Tom Marfo uit Ghana, die werkt op de Amsterdamse Wallen. Hij vecht tegen de vrouwenhandel en prostitutie; de moderne slavernij. [Bijzonder om zo’n fragment te zien op de internationale vrouwendag.]

De interviewer vertelt in het interview heel eerlijk, zonder excuses (!), dat hij zelf ook prostituees heeft bezocht en of de dominee gelooft dat hij dan een zondaar is. Ja, zegt de dominee heel eenvoudig. Lydia stelt later de vraag: ben je net als deze dominee in staat om het te benoemen en het te laten staan?
Verder vertelt de dominee over een meisje dat door haar moeder naar Nederland is gestuurd om prostituee te worden. Zij is christen, gaat naar Nederland, maar komt er daar pas achter wat ze gaat doen. Als ze haar moeder belt om een verklaring geeft deze aan dat ze het heeft gedaan om haar dochter een beter leven te bezorgen. Haar redenatie: hier in Nigeria trouw je, krijg je kinderen waar je niet voor kunt zorgen, terwijl je in Nederland ook wordt gebruikt, maar je wordt er tenminste voor betaald.

Je luistervaardigheden als coach.

Het laatste voorbeeld laat, volgens Lydia, ook zien hoe complex zonde is en hoe belangrijk het is om in liefde, zonder oordeel en onvoorwaardelijke acceptatie te luisteren naar iemand zijn verhaal in plaats van de stempel van zonde er (al te snel) op te plakken. De (luister)houding van de coach heeft alles te maken met het kennen van je eigen hart. Van daaruit werk je, luister je. Werk zonder het te bagatelliseren, maar ook zonder veroordeling, zodat je mensen met hun ‘dorst’ kunt brengen bij de Bron van Levend Water.
Het luisteren naar en letten op zonde in coaching is te vergelijken met het luisteren van een arts door een stethoscoop. Toen Lydia de stethoscoop van haar dochter eens mocht gebruiken hoorde ze allemaal verschillende geluiden, maar kon er totaal niets uit wijs worden. Een arts is echter getraind en weet wat hij allemaal kan horen en wat er wel of niet klopt. Wees je er daarom als coach van bewust dat je in een worsteling ook iets van zonde kunt horen. Hoor je het? En zo ja, wat doe je daar vervolgens mee?
Lydia roept op: ga zonde en schuld herkennen. In de kern is dat de liefde tot God en onze naaste uitleven, uitwerken. Leer tegelijk gevoelig te zijn hoe je het ter sprake brengt. Sluit aan bij de coachee, zijn/haar proces en tempo, zodat het voorzichtig tevoorschijn kan komen. Let op wanneer je bijvoorbeeld vergeving ter sprake brengt of dat het beter is te wachten. Onderzoek ook wanneer het passend, helpend, bevrijdend is en wanneer het beter is iemand door te verwijzen. En naar wie (binnen de VCC?) zou je je coachee dan door kunnen verwijzen?
Opgelucht!
Ter afsluiting is er geluisterd naar de muziek van Psalmen voor Nu. Psalm 32 over onbeleden zonde, die je ziek kan maken, en wat voor effect het heeft als dit beleden wordt.

Tekst: Opgelucht – psalm 32
Gelukkig ben je als je schuld bekent,
je fouten zonder omhaal toe kunt geven,
want God vergeeft je als je eerlijk bent
en opgelucht begin je een nieuw leven
en opgelucht begin je een nieuw leven.

Ik heb eerst lange tijd mijn schuld verzwegen,
maar ik kon die zware last gewoon niet aan.
Ik huilde, God van machteloze woede.
U hield mij in uw greep, liet mij niet gaan.
Het leek alsof ik was geveld door de hitte:
ik had de kracht niet meer om op te staan.

Toen kwam ik met de waarheid voor de dag,
ik durfde wat mij dwars zat uit te spreken:
mijn leven was door eigen schuld ontspoord
en u, o God, u hebt het mij vergeven.
en u, o God, u hebt het mij vergeven.

Wie naar u zoekt, zal u ook vinden, God,
zelfs als hij in de vloed dreigt te verdrinken.
De plaats waar ik kan schuilen, dat bent u.
Ik wil het lied van mijn bevrijding zingen.
Ik wil het lied van mijn bevrijding zingen.

De weg die je moet gaan, zal ik je wijzen,
dit zegt God, ik sta je bij met raad en daad
ik houd je in het oog, ik zal je leiden,
dus wees niet eigenwijs of tegendraads
als ezels dof als paarden zonder leidsel,
dan word je niet getroffen door het kwaad.

Wie God de rug toekeert, wacht veel verdriet.
Maar wie op hem vertrouwt mag altijd weten:
het is God zelf die mij met zorg omringt.
Dus juich voor hem, de schepper van het leven.
Dus juich voor hem, de schepper van het leven.
Lydia Kansen-Brasz is predikante, ze woont in Hilversum, is getrouwd en moeder van 2 kinderen. Hiernaast is zij coach & begeleider (oa bij grote thuiszorgorganisatie) en bestuurslid van New Wine.

Kennis maken met Lydia Kansen

Nagesprek.

Jeannette Hogenbirk vertelt in de nabespreking waarom de VCC is opgericht. Aanleiding was het verhaal van een ouderling (met opgroeiende tieners) in de vrijgemaakte kerk, die een burnout kreeg. Hij liep helemaal vast, vond een therapeut en verliet vervolgens de kerk (en God?). Dat was de reden om te starten en te zorgen dat christelijke hulp zichtbaarder wordt, zodat mensen in hun dieptepunt(en) God vinden in plaats dat ze afscheid nemen onder leiding van een therapeut die God niet kent.

Verder werden er twee dilemma’s besproken:
•    Hoe breng je het onderwerp zonde in, wanneer de coachee niets met het geloof en God heeft?
•    Wat doe je als je coachee vertelt dat hij/zij iets van plan is te gaan doen wat zondig is? Wat doe je dan? Bijv. wanneer ze een relatie wil beginnen met een getrouwde man?
Er werd door iedereen benadrukt dat het boven alles belangrijk is om aan te sluiten bij de coachee, hem/haar ruimte te geven, onbevooroordeeld te luisteren, te proberen te begrijpen. Vanuit een houding van onvoorwaardelijke liefde en genade. En daarnaast ontdekken hoeveel ruimte er is voor gesprek hierover. Soms kan het onbevooroordeeld luisteren al zoveel betekenen voor de coachee!
In het voorbeeld dat de coachee iets zondigs gaat ondernemen vonden de meesten dat je op één of andere manier wel kunt aangeven hoe jij het zelf ziet. Het zit ‘m ook vaak in het taalgebruik; welke woorden gebruik je? Lydia vertelt bijvoorbeeld over een collega coach, die zonde met het doel verbindt en aangeeft dat zonde alles is dat destructief is en niet tot jouw doel leidt.

Afsluitende vragen van Lydia om hier verder over na te denken.

  1. Vanuit welke mensvisie werk je als coach? Ben je je bewust van deze visie van de mensvisie van je coachee?
  2. Ervaar je in je werk als coach de spanning tussen je christen-zijn en je coach zijn? Waar heb je dat ervaren of waar zou je de spanning kunnen ervaren?
  3. Mag je als coach de bewogenheid, die geworteld is in het evangelie, inzetten op een manier dat dat evangelie niet alleen impliciet, maar ook expliciet een rol speelt? En hoe zou je dat dan kunnen/moeten doen? (NB: er zijn steeds minder dominees en steeds meer coaches)
  4. In het voorbeeld van mijn gesprek met iemand die ik supervisie gaf, wisselde ik van pet. Ik zette de pet van de pastor op. Vind je dat terecht of past zo’n interventie, waarbij zonde als zodanig wordt besproken, ook in een ander dan pastoraal gesprek?
  5. Wat doet het begrip zonde met je? Welke persoonlijke ervaring heb je daarmee en in welk verband speelde dat? Ben je zonde ooit tegen gekomen in de inbreng van de coachee? Wat heb je toen gedaan? Wat zou je willen doen als je vermoed dat dat een rol speelt?